-
1 een kamer gezellig maken
een kamer gezellig maken -
2 een kamer gezellig maken
een kamer gezellig makenmake a room cosy/snug 〈 knus〉; cheer/brighten a room up 〈met bloemen/sprekende kleuren〉Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een kamer gezellig maken
-
3 gezellig
2 [aangenaam voor het verblijf] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 accueillant; 〈 bijwoord〉 de façon accueillante♦voorbeelden:〈 ironisch〉 gezellige avond hoor! • charmante soirée!een gezellige babbel • une conversation agréableeen gezellig uurtje • une heure agréablehet is hier gezellig • on est bien icihet was heel gezellig • il y avait beaucoup d'ambiance's zondags zaten wij gezellig bij elkaar • nous passions nos dimanches ensembleeen gezellig vuur • un confortable feu de boiseen gezellig zaaltje • une salle accueillanteeen gezellig ingerichte kamer • une pièce joliment aménagéeeen kamer gezellig maken • rendre une pièce agréable et accueillantede kachel snorde gezellig • le poêle ronronnait gentimenteen gezellige brief • une lettre charmantegezellig kletsen • passer un moment agréable à bavarder -
4 gezellig
1 [omgang aangenaam makend] enjoyable ⇒ pleasant, sociable 〈 van persoon〉, companionable 〈 van persoon〉4 [neiging hebbend om met anderen te verkeren] social♦voorbeelden:1 een gezellige avond/babbel • a(n) pleasant/enjoyable evening/chateen gezellig mens • a sociable personeen gezellige prater • an entertaining talkereen gezellig uurtje • a pleasant/enjoyable time2 een gezellig hoekje • a snug/cosy cornereen kamer gezellig maken • make a room cosy/snug 〈 knus〉; cheer/brighten a room up 〈met bloemen/sprekende kleuren〉gezellig kletsen • chat away pleasantly -
5 convivialiser
convivialiser [kõvievjaaliezee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
6 snug
adj. behaaglijk, knus, nauwsluitend--------v. zich behaaglijk maken; gezellig makensnug1————————snug2〈bijvoeglijk naamwoord; snugness〉1 behaaglijk ⇒ beschut, knus♦voorbeelden: -
7 socialize
v. zich sociabel gedragen, gezellig doen, omgaan met, socialiserensocialize, socialise[ soosjəlajz] 〈zelfstandig naamwoord: socialization〉1 zich sociabel gedragen ⇒ gezellig doen, zich aanpassen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
8 what
adj. welk, welke--------adv. wat; welk, welke; tot hoever?--------conj. wat--------interj. wat! (uitroep van verwondering)--------n. wat--------pron. wat; elk, welke; in hoeverre?what1[ wot]1 wat♦voorbeelden:1 what's the English for gezellig? • wat is gezellig in het Engels?what the hell/devil/ 〈enz.〉 • wat voor de duivel/drommel/ 〈enz.〉no matter what • hoe dan ookwhat do you call that? • hoe heet dat?〈 informeel〉 what d'you/d'ye call it, what you may call it • hoe-heet-het-ook-weer?, dingesyou were going to do what? • wát ging je doen?books, clothes, records and what have you • boeken, kleren, platen en wat nog allemaal/en dat soort dingenwhat do you think I am? • wat denk je wel dat ik ben?what's it? • hoe heet het ook weer?what of it? • en wat (zou dat) dan nog?what is that to you? • wat heb jij daarmee te maken?what about an ice-cream? • wat zou je denken van een ijsje?what for? • waarom?; waarvoor?, met welk doel?what did he do that for? • waarom deed hij dat?what do you use it for? • waarvoor gebruik je het?what is he/it like? • wat voor iemand/iets is hij/het?〈 slang〉 what's with John? • wat is er met John aan de hand?what if I die? • stel dat ik doodga, wat dan?she won't mind and what if she does? • ze zal het best vinden, en zo niet, wat dan nog?so what? • nou en?, wat dan nog? ook weer?1 wat ⇒ dat(gene) wat, hetgeen♦voorbeelden:what's more • bovendien, meer/erger nogcome what may • wat er ook moge gebeurensay what you will • wat je ook zegtjust what I need • net wat ik nodig heb————————what21 welke (ook) ⇒ die/dat♦voorbeelden:what work we did was worthwhile • het beetje werk dat we deden was de moeite waardII 〈 vragende determinator〉1 welk(e)♦voorbeelden:1 what books do you read? • wat voor boeken lees je?who built what house? • wie heeft welk huis gebouwd?III 〈predeterminator; graadaanduidend; in uitroepen〉♦voorbeelden:1 what colours and what sounds! • wat een kleuren en wat een klanken!what a delicious meal(!) • wat een lekkere maaltijd(!)————————what3〈 tussenwerpsel〉 〈Brits-Engels; verouderd〉1 niet waar ⇒ hé♦voorbeelden:1 he's a funny little fellow, what! • het is een raar mannetje, vind je niet! -
9 mixer
n. mixer; (koosnaam) voor feest met als doel kennis maken met mensen[ miksə]♦voorbeelden:a good mixer • een gezellig/onderhoudend mens -
10 be fun
lol maken, gezellig zijn -
11 plaudern
plaudern♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский